ECLI:NL:CRVB:2018:3115
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.T. de Kwaasteniet
- R.H. Budde
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering en beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante. Appellante, die zich op 17 januari 2013 ziek had gemeld met psychische klachten, was eerder in aanmerking gebracht voor ziekengeld. Het Uwv had vastgesteld dat zij per 17 februari 2014 geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar loon kon verdienen. Appellante was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde appellante aan dat haar beperkingen door het Uwv waren onderschat en dat er gerede twijfel bestond over het medisch oordeel van de verzekeringsartsen. De Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat appellante in staat was om de functie van productiemedewerker uit te oefenen, ondanks haar klachten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische beoordeling en de rol van verzekeringsartsen in het vaststellen van arbeidsongeschiktheid.