ECLI:NL:CRVB:2018:2942

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 september 2018
Publicatiedatum
26 september 2018
Zaaknummer
17/1076 WW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake WW-uitkering en dagloonvaststelling

Op 26 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/1076 WW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 juli 2018. De Raad heeft vastgesteld dat in de uitspraak van 4 juli 2018 onjuiste bedragen zijn vermeld in rechtsoverweging 4.13 en in de beslissing. Na een brief van het Uwv op 6 augustus 2018, waarin op deze onjuistheden werd gewezen, heeft de Raad partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. Aangezien partijen niet binnen de gestelde termijn van vier weken hebben gereageerd, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaren waren tegen de rectificatie.

In de rectificatie heeft de Raad de uitspraak van 4 juli 2018 gecorrigeerd. Het hoger beroep van appellante is gegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak is vernietigd. Het beroep van appellante tegen het bestreden besluit is eveneens gegrond verklaard. De Raad heeft het dagloon met ingang van 1 maart 2016 vastgesteld op € 152,91, in plaats van het eerder vastgestelde bedrag van € 81,29. Deze rectificatie is gedaan om de juiste bedragen in de uitspraak te waarborgen en om de rechtszekerheid voor de betrokken partijen te verbeteren.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C.C.W. Lange als voorzitter en H.G. Rottier en A.I. van der Kris als leden. De griffier van de zitting was R.L. Rijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

17/1076 WW-R
Datum uitspraak: 26 september 2018
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 18 juli 2018, 17/1076 WW
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door het Uwv bij brief van 6 augustus 2018, op te zijn gewezen, vastgesteld dat in de uitspraak van 4 juli 2018, 17/1076 WW, in rechtsoverweging 4.13 en in de beslissing onjuiste bedragen staan vermeld.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 13 augustus 2018 aan partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 13 augustus 2018 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat bij partijen geen bezwaren bestaan tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad rectificeert de uitspraak 17/1076 WW als volgt:
De juiste tekst van rechtsoverweging 4.14 dient te luiden:
4.14.
Het hoger beroep van appellante slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden vernietigd. Het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit is gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad zelf in de zaak voorzien door het dagloon met ingang van 1 maart 2016 vast te stellen op € 152,91.
De juiste tekst van de beslissing dient te luiden:

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • vernietigt de aangevallen uitspraak;
  • verklaart het beroep van appellante tegen het besluit van 22 juni 2016 gegrond;
  • vernietigt het besluit van 22 juni 2016 voor zover het dagloon is vastgesteld op € 81,29;
  • stelt het dagloon van de WW-uitkering met ingang van 1 maart 2016 vast op € 152,91 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 22 juni 2016;

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak 17/1076 WW als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door C.C.W. Lange als voorzitter en H.G. Rottier en
A.I. van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 september 2018.
(getekend) C.C.W. Lange
(getekend) R.L. Rijnen

KS