ECLI:NL:CRVB:2018:2904
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.B. Kleiss
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en maatmaninkomen na ontslagvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, die als manager bedrijfsvoering werkte, heeft zijn dienstverband beëindigd en zich ziek gemeld. Het Uwv heeft vastgesteld dat hij recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering op basis van de Wet WIA. Appellant heeft echter aangevoerd dat zijn beperkingen niet juist zijn vastgesteld, met name met betrekking tot zijn neurologische en psychische klachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig is uitgevoerd en dat de beperkingen van appellant correct zijn vastgesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat een ontslagvergoeding niet tot het reguliere loon behoort en daarom niet is meegenomen in de berekening van het maatmaninkomen. Het hoger beroep van appellant is ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding.