Uitspraak
16.4090 WIA
OVERWEGINGEN
D.C. Heijstek van 9 maart 2016 heeft de rechtbank geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het resultaat van het medisch onderzoek onjuist is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft voldoende uiteengezet dat bij een ongewijzigde medische situatie de belastbaarheid in 2015 positiever wordt ingeschat dan in 2009. Destijds lag de mogelijkheid open dat er een lichamelijke oorzaak aan de klachten ten grondslag lag terwijl dit nu, gelet op medische informatie, is uitgesloten. Voorts heeft de rechtbank overwogen dat het betoog van Heijstek niet is gebaseerd op eigen onderzoek maar op het procesdossier en veronderstellingen. Daarbij heeft Heijstek niet gemotiveerd in hoeverre de aangehaalde medische literatuur op appellante van toepassing is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een deskundige in te schakelen. De rechtbank heeft tevens geconcludeerd dat het bestreden besluit op een deugdelijke arbeidskundige grondslag berust. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 30 oktober 2015 voldoende gemotiveerd waarom de geduide functies, uitgaande van de medische beperkingen zoals vastgelegd in de FML van 14 oktober 2015, passend zijn te achten. Het door appellante overgelegde rapport van registerarbeidsdeskundige P.J. Jeurissen van 9 maart 2016 vormt geen aanleiding om de geduide functies in twijfel te trekken. Jeurissen gaat uit van andere beperkingen dan voor appellante gelden en heeft niet nader gemotiveerd waarom de beoordeling van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep onjuist is.