ECLI:NL:CRVB:2018:2828
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in hoger beroep inzake jeugdhulp en Wmo-zorg
Op 19 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een appellant, geboren in 1998, die jeugdhulp en zorg op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft aangevraagd. De rechtbank had de beroepen tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang zou zijn. De appellant ontving eerder zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, maar deze zorg was beëindigd en vervangen door een persoonsgebonden budget. De appellant had een verzoek ingediend voor jeugdhulp vanwege nachtelijk bedplassen, maar dit was afgewezen. Ook een aanvraag voor Wmo-zorg werd door het college afgewezen, wat leidde tot de rechtsgang.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank bevestigd. De Raad stelde vast dat er geen procesbelang was, omdat de beoordeling van de geschillen geen invloed meer had op toekomstige aanvragen voor zorg. De Raad benadrukte dat procesbelang alleen aanwezig is als het resultaat van de rechtsgang daadwerkelijk betekenis heeft voor de indiener. In dit geval was er geen bewijs van schade of een betalingsverplichting voor geleverde zorg, waardoor het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.