Uitspraak
18.1351 AW, 18/1352 AW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het ontslag van appellante door de Raad van bestuur van het Academisch Ziekenhuis Maastricht werd bevestigd. Appellante, die sinds 1986 werkzaam was bij het ziekenhuis, had zich in 2015 ziekgemeld en gaf aan dat de structuur van haar afdeling niet meer bij haar paste. De Raad van bestuur heeft haar daarop als herplaatsingskandidaat aangemeld, maar appellante weigerde de aangeboden functies. Uiteindelijk werd haar eervol ontslag verleend op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de functie. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Raad van bestuur op juiste wijze heeft gehandeld door appellante als herplaatsingskandidaat aan te wijzen en dat het ontslag terecht was. De Raad concludeert dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar ontslag verband hield met haar meldingen van misstanden, en dat haar opstelling in gesprekken als een weigering om haar functie te vervullen kon worden opgevat. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.