ECLI:NL:CRVB:2018:2792
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bevordering van ambtenaar binnen de politie op basis van geschiktheidseisen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam als ambtenaar bij de politie, had verzocht om bevordering naar de functie van senior GGP. De korpschef van politie had dit verzoek afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de gestelde voorwaarden voor bevordering. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat uit de prestatie- en potentieelbeoordeling van de appellant niet blijkt dat hij naar verwachting geschikt is voor de functie van senior GGP. De beoordeling, die dateert van 11 mei 2011, gaf aan dat de appellant in potentie geschikt zou kunnen zijn voor een zwaardere functie, maar de Raad oordeelt dat deze conclusie niet voldoende onderbouwd is. De Raad benadrukt dat de beoordeling van de appellant niet alleen op basis van de samenvattende potentieelbeoordeling kan worden gedaan, maar dat ook de individuele inschattingen van belang zijn. De korpschef had terecht opgemerkt dat de appellant vooral groei vertoonde op specialistisch niveau binnen de opsporing, wat niet gelijkstaat aan de vereiste groei binnen de GGP. De Raad concludeert dat de korpschef in redelijkheid tot de afwijzing van het verzoek om bevordering heeft kunnen komen, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.