ECLI:NL:CRVB:2018:2790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek intrekkingsbesluit en schadevergoeding in het bestuursrecht
Op 11 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een herzieningsverzoek van appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Langedijk had de bijstand van appellant ingetrokken omdat hij zijn woning had verkocht en zijn vermogen boven het vrij te laten vermogen uitkwam. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college, maar verzocht in maart 2015 om herziening van de besluiten, stellende dat er nieuwe feiten waren die niet eerder konden worden aangevoerd. Het college wees dit verzoek af, omdat de aangevoerde feiten niet als nieuw gebleken konden worden aangemerkt volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat appellant de omstandigheden die hij in hoger beroep aanvoerde, had kunnen aanvoeren in de bezwaarprocedure tegen de eerdere besluiten, maar dit niet had gedaan. Hierdoor kon het college het herzieningsverzoek afwijzen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen grond was voor een veroordeling tot schadevergoeding. De beslissing van de Raad werd openbaar uitgesproken en de proceskosten werden niet toegewezen.