Uitspraak
15.3978 WIA
18 juli 2018. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. M. Berkel, kantoorgenoot van
mr. De la Parra. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.H.M. Visser.
Mr. Berkel heeft ter zitting een nader stuk overgelegd.
OVERWEGINGEN
27 februari 2018 gaat hij in op de kanttekeningen die door appellante zijn gemaakt bij zijn rapport in die zaak. Uit het rapport van 27 februari 2018 blijkt dat de discussie in beide zaken zich langs dezelfde lijnen heeft bewogen. In beide zaken heeft appellante een deel van de bevindingen van de deskundige betwist, gesteld dat zij meer beperkt is dan aangenomen en betoogd dat de deskundige onvoldoende aandacht heeft geschonken aan haar uitingen van pijn.
Er bestaat aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. Deze kosten worden bepaald op de kosten voor verleende rechtsbijstand in beroep tot een bedrag van € 1.002,- en in hoger beroep tot een bedrag van € 1.503,-. In totaal komt een bedrag van
€ 2.505,- voor vergoeding in aanmerking.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante in beroep en hoger beroep tot een bedrag van in totaal € 2.505,-;
- bepaalt dat het Uwv het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 168,-vergoedt.