Uitspraak
17.3414 WW
OVERWEGINGEN
30 mei 2014 met daaronder twee handtekeningen van de werkgever en de werknemer.
9 juli 2018 heeft hij afdrukken van dezelfde Whatsappgesprekken overgelegd, echter nu met data gelegen in de periode van 28 mei 2014 tot en met 10 juni 2014. Appellant heeft ter verklaring hiervan ter zitting te kennen gegeven dat zijn gemachtigde hem erop had gewezen dat de gesprekken niet konden dateren van 2015, omdat [BV 1] toen al failliet was en er geen activiteiten meer werden ontplooid. Appellant heeft toen, zo heeft hij verklaard, geconstateerd dat zijn telefoon op de verkeerde datum stond, dit gecorrigeerd en nieuwe afdrukken gemaakt. Als reden waarom hij pas onlangs – vier jaar na dato – zou hebben geconstateerd dat zijn telefoon op de verkeerde datum stond, heeft hij genoemd dat het een oude telefoon betrof die hij niet meer gebruikte en die hij heeft opgezocht om de oude Whatsappgesprekken te achterhalen. Gelet op het tijdstip in de procedure waarop appellant afdrukken van Whatsappgesprekken heeft ingebracht, hetgeen hiervoor is overwogen over de datering daarvan en de door appellant daarvoor gegeven verklaring, kan ook aan de afdrukken van Whatsappgesprekken niet de waarde worden gehecht die appellant daaraan wenst te hechten.