ECLI:NL:CRVB:2018:2582
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens onvoldoende verklaring levensonderhoud
Op 21 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Participatiewet. Appellant ontving sinds 1 november 2006 bijstand, maar tijdens een heronderzoek bleek dat hij geen toereikende verklaring kon geven over zijn levensonderhoud. Uit bankafschriften bleek dat hij geen kasopnames deed en niet pinte voor boodschappen. Appellant verklaarde dat hij veel bij zijn ouders verbleef en afhankelijk was van vrienden en familie voor voedsel. Het college concludeerde dat appellant de inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van kasstortingen en werkzaamheden. De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn verklaringen en dat hij niet aan zijn wettelijke verplichtingen had voldaan. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.