Uitspraak
OVERWEGINGEN
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verzoeker in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-.
Centrale Raad van Beroep
Op 15 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/2085 WMO15-VV-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 6 juni 2018, waarin ten onrechte geen proceskostenveroordeling was opgenomen. De Raad heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de betrokkene, mr. M.F. Vermaat, op 14 juni 2018 per fax heeft gewezen op deze omissie. Hierop heeft de Raad partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, wat zij niet hebben gedaan binnen de gestelde termijn van twee weken. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar bestond tegen de rectificatie.
In de rectificatie is de beslissing van de voorzieningenrechter als volgt aangepast: het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen en de verzoeker, het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, is veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-. Deze rectificatie is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 15 augustus 2018, door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen. De uitspraak is gedaan in het kader van het bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, en betreft een hoger beroep.