ECLI:NL:CRVB:2018:2533

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 augustus 2018
Publicatiedatum
15 augustus 2018
Zaaknummer
18/2085 WMO15-VV-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak

Op 15 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/2085 WMO15-VV-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 6 juni 2018, waarin ten onrechte geen proceskostenveroordeling was opgenomen. De Raad heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de betrokkene, mr. M.F. Vermaat, op 14 juni 2018 per fax heeft gewezen op deze omissie. Hierop heeft de Raad partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, wat zij niet hebben gedaan binnen de gestelde termijn van twee weken. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar bestond tegen de rectificatie.

In de rectificatie is de beslissing van de voorzieningenrechter als volgt aangepast: het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen en de verzoeker, het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, is veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-. Deze rectificatie is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 15 augustus 2018, door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen. De uitspraak is gedaan in het kader van het bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, en betreft een hoger beroep.

Uitspraak

18/2085 WMO15-VV-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 6 juni 2018, 18/2085-VV
Partijen:
Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (verzoeker)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
Datum uitspraak: 15 augustus 2018
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door mr. M.F. Vermaat, de gemachtigde van betrokkene, bij fax‑bericht van 14 juni 2018 op te zijn gewezen, vastgesteld dat in de uitspraak van 6 juni 2018, 18/2085 WMO15-VV, ten onrechte geen proceskostenveroordeling is opgenomen.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 18 juli 2018 aan partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 18 juli 2018 gestelde termijn van twee weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat ook bij partijen geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van 6 juni 2018, 18/2085 WMO15-VV, wordt gerectificeerd als volgt:
De nieuwe beslissing gaat nu als volgt luiden:
De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verzoeker in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 6 juni 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2018.
(getekend) H.J. de Mooij
(getekend) R.L. Rijnen

OS