Uitspraak
OVERWEGINGEN
dr. A.J.W.M. Trompenaars van 30 mei 2016 en aanvullende brieven van Trompenaars van
20 augustus 2015 niet in staat was zijn eigen werk te verrichten omdat hij niet adequaat kon functioneren. Vanwege energetische beperkingen, veroorzaakt door slecht slapen door de PTSS, is hij niet in staat om ’s nachts te werken en kan hij zeker niet meer dan 20 uur per week arbeid verrichten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van
31 augustus 2016 geschreven zich voor wat betreft de huidige situatie te kunnen verenigingen met de bevindingen van Trompenaars, maar voor wat betreft de datum in geding van
20 augustus 2015 niet. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep was de gezondheidstoestand van appellant op de datum in geding minder ernstig dan ten tijde van het onderzoek. Er was vanaf februari 2014 een toename van klachten maar op de datum in geding was appellant nog belastbaar voor zijn eigen werk. Trompenaars heeft bij schrijven van
10 november 2016 zijn standpunt nader uiteengezet, waarop door de verzekeringsarts bezwaar en beroep op 28 november 2016 is gereageerd. In zijn nadere brief van 24 februari 2017 heeft Trompenaars nogmaals gereageerd op het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en toegelicht dat de verwijzing van appellant naar de Stichting Centrum ’45, het landelijk centrum voor specialistische diagnostiek en behandeling van mensen met psychotraumaklachten, ook wijst op de ernst van de bij appellant aanwezige problematiek. Hij heeft er op gewezen dat de reden van verwijzing door de klinisch psycholoog geheel aansluit bij de door hem gerapporteerde bevindingen.
18 juli 2015 tot en met 8 augustus 2015 op vakantie naar [naam land] is geweest, merkt de Raad nog op dat appellant ter zitting van de Raad heeft verteld dat deze vakantie ten doel had zijn familie te herdenken en graven te bezoeken.
€ 121,95 bedraagt. In het tweede lid van voornoemd artikel is bepaald dat ten hoogste 18 uur voor vergoeding in aanmerking komt, in totaal derhalve € 2.656,07, inclusief omzetbelasting. Voorts komen de kosten van de aanvullende rapporten en reacties berekend naar een totaal van 9 uren en inclusief omzetbelasting voor vergoeding in aanmerking tot een bedrag van
€ 1.328,03. Ook de kosten van een tolk van € 150,- komen voor vergoeding in aanmerking. De reiskosten zijn begroot op € 36,-. De proceskosten van het hoger beroep die voor vergoeding in aanmerking komen bedragen in totaal € 5.172,10.
BESLISSING
€ 5.172,10;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal