ECLI:NL:CRVB:2018:2422
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. van appellante, die verantwoordelijk was voor de verantwoording van de besteding van het pgb. De Raad oordeelde dat de verantwoording van de besteding van het pgb de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde is, ook als het beheer door een derde is uitgevoerd. In dit geval was de administratie van de derde in beslag genomen, wat voor rekening en risico van appellante kwam. De Raad concludeerde dat het Zorgkantoor terecht het pgb had vastgesteld en een bedrag van € 9.253,19 had teruggevorderd, omdat appellante niet voldoende bewijs had geleverd dat de zorg was verleend en betaald. De rechtbank had eerder het besluit van het Zorgkantoor vernietigd, maar de Raad heeft deze uitspraak vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het Zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan appellante.