ECLI:NL:CRVB:2018:235
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- M. Kraefft
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een docent na verbetertraject en beoordeling van geschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een docent die door het bestuur van de Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden is ontslagen wegens ongeschiktheid. De docent, die sinds 2001 in dienst was, doorliep in het schooljaar 2014-2015 een verbetertraject na een beoordelingsgesprek waarin zijn capaciteiten als docent als onvoldoende werden beoordeeld. Het bestuur verleende hem op 20 juli 2015 ontslag, wat de docent aanvecht. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van de docent ongegrond, waarna de zaak bij de Centrale Raad van Beroep kwam.
De Raad beoordeelt of het verbetertraject dat de docent heeft doorlopen voldoende was om hem een eerlijke kans te bieden op verbetering. De Raad constateert dat er in de jaren voorafgaand aan het schooljaar 2014-2015 weliswaar klachten over de docent waren, maar dat deze informatie fragmentarisch was en niet leidde tot directe grondslag voor ontslag. Het bestuur startte echter een verbetertraject, dat de Raad als gerechtvaardigd beschouwt, ondanks dat de docent betwist dat hem een faire kans is geboden.
De Raad concludeert dat de uitkomst van het verbetertraject het ongeschiktheidsontslag kan rechtvaardigen. Ondanks enige verbetering in de lessen, was er onvoldoende groei in het functioneren van de docent. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestuur bevoegd was om het ontslag te verlenen. Het hoger beroep van de docent slaagt niet, en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.