Uitspraak
.Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Van Doesum, drs. I. Reuselaars en J. Boekhoff. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. B. Post.
OVERWEGINGEN
- behalve betrokkene woont nog een medewerker (F) van de onderafdeling [naam onderafdeling] in het postcodegebied [postcodegebied] te Purmerend waarin de zendmast is geplaatst in welke richting het gewraakte nummer heeft gestraald; omdat hij volgens het werkrooster niet in de gelegenheid was de sms-berichten te sturen, is de verdenking en daarmee ook de focus op betrokkene komen te liggen;
- het college heeft niet onderzocht of het gewraakte nummer niet ook vanuit de andere, omringende, postcodegebieden in Purmerend, waar negen medewerkers van de onderafdeling [naam onderafdeling] wonen, op de zendmast in postcodegebied [postcodegebied] zou kunnen uitstralen;
- uit de werkroosters is gebleken dat F en H ook in de gelegenheid zijn geweest de
- het college heeft onvoldoende onderzocht of F de sms-berichten heeft kunnen versturen; niet duidelijk is waarom F wel en betrokkene niet op zijn woord wordt geloofd. Ook ziet de rechtbank niet in waarom H op voorhand van daderschap/betrokkenheid is uitgesloten;
- de rechtbank heeft ook vragen bij het gegeven dat betrokkene via zijn eigen telefoonnummercontact heeft gemaakt met het gewraakte nummer voordat dit op de werf bekend was gemaakt, maar deze hadden ook bij F kunnen worden gesteld;
- het college heeft verwezen naar het proces-verbaal van bevindingen van 7 februari 2015 waarin het telefoonnummer van F slechts staat genoemd als een bellend telefoonnummer naar “het telefoonnummer van de bedreigde en beledigde medewerkers van Proces [naam onderafdeling] van de gemeente Amsterdam” en dus niet naar het gewraakte nummer. Ook hieruit
- uit het gegeven dat een sms van het gewraakte nummer is ontvangen kort nadat met het telefoonnummer van betrokkene is gebeld naar het telefoonnummer van leidinggevende K blijkt volgens de rechtbank niet dat het betrokkene is geweest die die sms heeft verstuurd;
- dat het college de vrijspraak van betrokkene niet van belang acht voor de vraag of betrokkene de verweten gedragingen heeft begaan, is op zich niet onjuist maar het had reden kunnen zijn extra kritisch te zijn.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt het college in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 501,-;
- bepaalt dat van het college een griffierecht van € 508,- wordt geheven.