Uitspraak
17.7942 AW
mr. H. Ameziane, G.M. Aleman en S.M. Bodenstaff.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag is ontslagen wegens volledige ongeschiktheid voor de vervulling van haar functie als gevolg van ziekte. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 oktober 2017. De appellante, die sinds 1 januari 2009 werkzaam was bij de gemeente Den Haag, werd op 12 april 2012 wegens ziekte ongeschikt geacht voor haar eigen functie. Het Uwv heeft haar per 10 april 2014 voor 80-100% arbeidsongeschikt verklaard. Ondanks pogingen van het college om haar te re-integreren in andere functies, leidde dit niet tot een structurele werkhervatting. Uiteindelijk heeft het college op 5 oktober 2016 besloten om appellante te ontslaan, wat door de rechtbank in een eerdere uitspraak werd bevestigd. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college zich niet als een goede werkgever heeft gedragen door te lang te wachten met het ontslag. De Raad oordeelt echter dat het college voldoende heeft gedaan om appellante te ondersteunen en dat het ontslag op basis van recente gegevens was genomen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.