ECLI:NL:CRVB:2018:1968

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
16/4467 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loondispensatie voor Wajong-werkneemster en toepassing van de methodiek van Dariuz

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de loondispensatie voor een werkneemster die onder de Wajong valt. Appellante, de werkgever van de werkneemster, had eerder loondispensatie aangevraagd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dat deze had vastgesteld op 43,25%. De werkneemster, die sinds 2003 een Wajong-uitkering ontvangt, was in dienst getreden als productiemedewerker. Het Uwv had de loondispensatie berekend met behulp van de loonwaardemethodiek van Dariuz, die in de arbeidsmarktregio van de werkneemster werd gehanteerd. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging.

De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende inzichtelijk had gemaakt waarom de methodiek van Dariuz was gekozen en dat deze methodiek voldeed aan de eisen van de Wajong en de Algemene wet bestuursrecht. De Raad bevestigde dat de loonwaardemeting op een zorgvuldige wijze was uitgevoerd door een erkende loonwaarde-expert en dat de resultaten verifieerbaar waren. Appellante had niet kunnen aantonen dat de arbeidsprestatie van de werkneemster lager was dan de vastgestelde 43,25%. De Raad concludeerde dat de keuze van het Uwv om de loondispensatie te berekenen met de methodiek van Dariuz niet kennelijk onredelijk was en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.

Uitspraak

16.4467 WAJONG

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
19 mei 2016, 15/9323 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 27 juni 2018
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2018. Voor appellante is
K. van de Wetering verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. J.J. Grasmeijer en J.P.B. Lansbergen.

OVERWEGINGEN

1.1.
[werkneemster] (werkneemster) ontvangt vanaf 2003 een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Zij is op 1 juli 2014 bij appellante in dienst getreden als productiemedewerker voor 28 uur per week.
1.2.
Het Uwv heeft aan appellante op haar verzoek voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015 loondispensatie van 47,34% voor werkneemster verleend. Bij besluit van
3 juni 2015 heeft het Uwv aan appellante op haar verzoek vanaf 1 juli 2015 opnieuw loondispensatie voor werkneemster verleend en die vastgesteld op 43,25%. Aan dat besluit ligt een rapport loonwaardemeting ten grondslag van 1 juni 2015. Bij besluit van
24 november 2015 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen het besluit van 3 juni 2015 ongegrond verklaard onder vermelding dat de loondispensatie wordt verleend tot en met 30 juni 2017. Aan het bestreden besluit ligt een rapport ten grondslag van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 20 november 2015.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door het Uwv gemaakte keuze om voor de berekening van de loondispensatie gebruik te maken van de loonwaardemeting zoals die is opgemaakt door Dariuz en is gebaseerd op een gevalideerde methodiek die ook wordt gehanteerd bij het bepalen van loonwaarde in het kader van de Participatiewet, niet kennelijk onredelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien te oordelen dat de verleende loondispensatie van 43,25% niet juist is vastgesteld.
3.1.
In hoger beroep heeft appellante herhaald dat werkneemster slechts een loonprestatie van 40% realiseert en dat de uitkomst van de door het Uwv gehanteerde loonwaardemethodiek van Dariuz geen recht doet aan de – beperkte – arbeidsprestatie van werkneemster.
3.2.
Het Uwv heeft in verweer gesteld dat de gehanteerde methodiek in overeenstemming is met de gemaakte keuze om bij het bepalen van de loondispensatie voor personen met een Wajong-uitkering de in de betreffende arbeidsmarktregio gekozen methodiek te hanteren. Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Op grond van artikel 3:63, eerste lid, van de Wajong vermindert het Uwv, indien de arbeidsprestatie van een werknemer die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering in een bepaalde functie ten gevolge van ziekte of gebrek duidelijk minder is dan de arbeidsprestatie die een geldelijke beloning van het voor hem geldende minimumloon rechtvaardigt, op verzoek van de betrokken werkgever of werknemer de hoogte van de aanspraak op een geldelijke beloning voor de verrichte arbeid naar evenredigheid.
4.2.
Het Uwv heeft de vaststelling van de in artikel 3:63, eerste lid, van de Wajong bedoelde loondispensatie voor appellante per 1 juli 2014 gebaseerd op een arbeidskundig onderzoek naar de loonwaarde van werkneemster. Daartoe is in een rapport van 13 juli 2014 beschreven wat het werknemersprofiel is, wat het werk is van werkneemster, de belasting daarvan en de werksituatie. Daarbij zijn verslagen van gesprekken met werkneemster en appellante weergegeven. Ook zijn de loongegevens vermeld van de normfunctie. In het rapport is gemotiveerd vermeld hoe de arbeidsprestatie van werkneemster is berekend en tot welke loondispensatie dat leidt.
4.3.
Voor de vaststelling van de loondispensatie voor werkneemster per 1 juli 2015 heeft het Uwv gebruikgemaakt van de loonwaardemethodiek van Dariuz. In een rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 16 maart 2016 is toegelicht dat het Uwv voor het vaststellen van de loondispensatie op grond van de Wajong gebruikmaakt van een van de gevalideerde loonwaardemethodieken zoals die zijn ontwikkeld en gevalideerd in het kader van de Participatiewet. Voor werknemers die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen wordt de loonwaarde bepaald met gebruikmaking van een loonwaardemethodiek die is gevalideerd door de Stichting Blik op Werk. De kenmerken van een gevalideerde methodiek zijn opgenomen in een zogenoemde Loonwaardegids 2015. De loonwaardemethodiek van Dariuz is een van de negen gevalideerde methodieken die in de Loonwaardegids 2015 zijn opgenomen. Er zijn 35 arbeidsmarktregio’s gevormd waarbinnen gemeenten en het Uwv dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden vormgeven door middel van per regio opgerichte Werkbedrijven. De Werkbedrijven kiezen uit de gevalideerde methoden een methode voor loonwaardebepaling. De gemeenten in die regio maken gebruik van de gekozen methode. Het Uwv heeft besloten voor de loonwaardebepaling bij verzoeken om loondispensatie steeds de in een arbeidsmarktregio gekozen methodiek van loonwaardebepaling te gebruiken.
4.4.
De Wajong kent geen nadere regeling voor het bepalen van de arbeidsprestatie als bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de Wajong. Dat betekent dat beoordeeld moet worden of de keuze van het Uwv om de arbeidsprestatie van werkneemster te berekenen met toepassing van de methodiek van Dariuz tot een resultaat leidt dat de toetsing aan de artikelen 3:46 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht kan doorstaan.
4.5.
De loonwaardemethodiek van Dariuz is een in het kader van de Participatiewet gevalideerde methodiek. Volgens de Loonwaardegids 2015 is deze methodiek geschikt voor alle mensen met een arbeidsbeperking. Op grond van de Participatiewet en daarop gebaseerde regelgeving, waaronder het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet (Stb. 2014, 349) worden loonwaardes vastgesteld op basis van de feitelijke werkzaamheden op de werkplek, door of onder verantwoordelijkheid van een deskundige en op basis van een beschreven methode. De methodiek van Dariuz voldoet aan die eisen. Bij het bepalen van de arbeidsprestatie en berekening van de loondispensatie op grond van die methodiek wordt gebruikgemaakt van verzamelde gegevens over het bedrijf, de werkgever en de werknemer. Verder wordt gebruikgemaakt van door de werkgever en de werknemer ingevulde vragenformulieren met onder meer vragen over de competenties in de functie en vindt er een bedrijfsbezoek plaats waarbij de werkplek en werkzaamheden van de werknemer worden bekeken. Er wordt met werkgever en werknemer gesproken over het takenpakket van de werknemer en de eventueel verminderde arbeidsprestatie per hoofdtaak van de functie. Op basis van een met alle verkregen gegevens gegenereerd rapport wordt de arbeidsprestatie vastgesteld en de loondispensatie berekend. Geoordeeld wordt dat berekening van de loonwaarde en loondispensatie met toepassing van de methodiek van Dariuz voldoende zorgvuldig en inzichtelijk is. Evenals bij de loonwaardebepaling in 2014 worden alle van belang zijnde factoren voor het vaststellen van de loondispensatie in de beoordeling betrokken.
4.6.
De keuze van het Uwv om per arbeidsmarktregio voor het bepalen van de loondispensatie in het kader van artikel 3:63 van de Wajong de methodiek te gebruiken die in die regio door het betreffende regionaal Werkbedrijf is gekozen, is ingegeven door de in het kader van de Participatiewet tot stand gebrachte structuur van 35 arbeidsmarktregio’s. In deze arbeidsmarktregio’s heeft de in artikel 10a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen bedoelde samenwerking van het Uwv, gemeenten en werkgevers- en werknemersorganisatie plaats, waarbij verschillende instrumenten voor arbeidsinschakeling worden ingezet die vragen om loonwaardebepaling. Omdat het voorkomt dat voor de arbeidsparticipatie van een werknemer door een gemeente en het Uwv verschillende instrumenten worden ingezet die om bepaling van zijn loonwaarde vragen, is het gewenst dat de voor de inzet van die instrumenten vast te stellen loonwaarde volgens dezelfde methodiek plaatsheeft, waardoor onnodige herhaling van de loonwaardebepaling wordt voorkomen.
4.7.
Het Uwv heeft voldoende inzichtelijk gemaakt welke gronden de aanleiding zijn geweest voor het besluit om aan te sluiten bij de methodiek die in de arbeidsmarktregio wordt gehanteerd. Niet in geschil is dat voor de arbeidsmarktregio waarin werkneemster woont het regionaal Werkbedrijf voor de methodiek van Dariuz heeft gekozen. Verder heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 16 maart 2016 terecht vermeld, dat in het arbeidskundig rapport van 20 november 2015 voldoende inzichtelijk is gemaakt dat de in dit geval gehanteerde loonwaardemethodiek van Dariuz op een juiste wijze is toegepast door een erkende loonwaarde-expert en dat de bepalende waarden voor het vaststellen en berekenen van de loonwaarde verifieerbaar en op juiste wijze zijn verwerkt. De uitkomst van de loonwaardeberekening geeft daarmee een objectief eindresultaat dat voldoet aan de in 4.4 vermelde toets.
4.8.
Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat de in het bestreden besluit vermelde uitkomst van de loonwaardebepaling onjuist is. Zij heeft evenmin gegevens ingebracht ter onderbouwing van haar standpunt dat de arbeidsprestatie van werkneemster lager is en op 40% moet worden vastgesteld.
4.9.
Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M. Greebe als voorzitter en J.S. van der Kolk en
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van L. Boersma als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2018.
(getekend) M. Greebe
(getekend) L. Boersma
GdJ