ECLI:NL:CRVB:2018:1968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Loondispensatie voor Wajong-werkneemster en toepassing van de methodiek van Dariuz
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de loondispensatie voor een werkneemster die onder de Wajong valt. Appellante, de werkgever van de werkneemster, had eerder loondispensatie aangevraagd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dat deze had vastgesteld op 43,25%. De werkneemster, die sinds 2003 een Wajong-uitkering ontvangt, was in dienst getreden als productiemedewerker. Het Uwv had de loondispensatie berekend met behulp van de loonwaardemethodiek van Dariuz, die in de arbeidsmarktregio van de werkneemster werd gehanteerd. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende inzichtelijk had gemaakt waarom de methodiek van Dariuz was gekozen en dat deze methodiek voldeed aan de eisen van de Wajong en de Algemene wet bestuursrecht. De Raad bevestigde dat de loonwaardemeting op een zorgvuldige wijze was uitgevoerd door een erkende loonwaarde-expert en dat de resultaten verifieerbaar waren. Appellante had niet kunnen aantonen dat de arbeidsprestatie van de werkneemster lager was dan de vastgestelde 43,25%. De Raad concludeerde dat de keuze van het Uwv om de loondispensatie te berekenen met de methodiek van Dariuz niet kennelijk onredelijk was en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.