ECLI:NL:CRVB:2018:1931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting en onduidelijkheid over woon- en leefsituatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort ongegrond verklaarde. Appellante ontving sinds 6 september 2012 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en was ingeschreven op een uitkeringsadres. Het college heeft haar bijstand ingetrokken omdat zij niet op het opgegeven adres zou verblijven en haar inlichtingenverplichting zou hebben geschonden. Appellante heeft betoogd dat zij wel degelijk op het uitkeringsadres verbleef en dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar woon- en leefsituatie. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college de intrekking van de bijstand terecht heeft doorgevoerd, omdat appellante niet heeft aangetoond dat zij op het uitkeringsadres verbleef. De Raad oordeelt dat de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van relevante informatie bij appellante ligt en dat zij niet heeft voldaan aan haar inlichtingenverplichting. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.