In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, de korpschef van politie, had op 12 december 2017 een besluit genomen om betrokkene alsnog te bevorderen naar de functie van senior GGP. Dit besluit volgde op een eerdere afwijzing van een bevorderingsverzoek van betrokkene, dat was afgewezen op basis van een onvoldoende beoordeling. De rechtbank had het beroep van betrokkene tegen de afwijzing gegrond verklaard en de korpschef opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het hoger beroep heeft de korpschef zijn eerdere standpunt over de beoordeling van 20 november 2013 niet langer gehandhaafd, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad heeft geoordeeld dat de aangevallen uitspraak bevestigd moest worden, en dat partijen geen belang hadden bij de beoordeling van het besluit van 12 december 2017. De proceskosten van betrokkene zijn begroot op € 501,-, en er is een griffierecht van € 503,- opgelegd aan de appellant.