ECLI:NL:CRVB:2018:1877

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 juni 2018
Publicatiedatum
27 juni 2018
Zaaknummer
17/7339 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering AOW-pensioen op basis van geboortedatum en bewijsvoering

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die haar aanvraag voor een AOW-pensioen had afgewezen. De Svb baseerde deze afwijzing op het feit dat appellante de pensioengerechtigde leeftijd nog niet had bereikt, en ging daarbij uit van een geboortedatum in 1955, zoals vermeld in authentieke documenten. Appellante stelde echter dat zij geboren was op [datum 1] 1948 en heeft diverse stukken overgelegd ter ondersteuning van haar claim, waaronder een geboorteakte uit 2003 en een certificat de concordance uit 2014. De Svb heeft echter geen bewijsstukken van vóór 1973 kunnen vinden die de geboortedatum van appellante bevestigen.

De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zij daadwerkelijk in 1948 was geboren. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat appellante nooit in Nederland heeft gewoond en dat de Svb zich terecht heeft gebaseerd op de gegevens van de echtgenoot van appellante, die wel in Nederland heeft gewoond. De authentieke huwelijksakte en het familieboekje van de echtgenoot bevestigen de geboortedatum van 1955.

De Raad heeft geconcludeerd dat appellante geen authentieke stukken heeft overgelegd die haar claim ondersteunen en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt. De beslissing van de Svb om het AOW-pensioen te weigeren is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

17.7339 AOW

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
13 oktober 2017, 17/2105 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 21 juni 2018
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellante is op 28 augustus 1973 gehuwd met [naam] . Haar echtgenoot heeft in Nederland gewerkt en ontvangt van de Svb een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellante heeft nooit in Nederland gewoond. In november 2013 heeft appellante bij de Svb een aanvraag ingediend om toekenning van een AOW‑pensioen. Daarbij heeft appellante als haar geboortedatum [datum 1] 1948 vermeld. Ter ondersteuning van die aanvraag heeft appellante diverse stukken overgelegd, waarin deze geboortedatum staat genoemd. Het oudste stuk betreft een integrale kopie van de geboorteakte uit 2003.
1.2.
De Svb heeft appellante medegedeeld dat zij volgens de bij de Svb bekende gegevens is geboren in 1955. Dit blijkt uit de authentieke huwelijksakte van [datum 2] 1973 en uit het familie‑boekje van de echtgenoot van appellante van 5 september 1974. De Svb heeft appellante verzocht om bewijsstukken van vóór 1973, waaruit blijkt dat zij is geboren op [datum 1] 1948.
1.3.
Appellante heeft vervolgens een certificat de concordance van 14 april 2014 ingezonden, waarin staat vermeld dat haar geboortejaar niet 1955 is, maar 1948.
1.4.
Bij besluit van 20 mei 2014 heeft de Svb afwijzend beslist op de aanvraag van appellante om toekenning van een AOW‑pensioen, omdat zij nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Daarbij is de Svb uitgegaan van het geboortejaar 1955.
1.5.
Appellante heeft in bezwaar aangevoerd dat zij is geboren op [datum 1] 1948. Daarvoor verwijst zij naar een aanvulling op haar huwelijksakte van 11 mei 2015. Op verzoek van appellante hebben de Adouls van de rechtbank van Nador vastgelegd dat de juiste geboortedatum van appellante [datum 1] 1948 is, en niet 1955.
1.6.
Bij beslissing op bezwaar van 1 maart 2017 (bestreden besluit) is het bezwaar tegen het besluit van 20 mei 2014 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, onder overweging dat appellante onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij geboren is op [datum 1] 1948.
3. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij is geboren op [datum 1] 1948, zodat zij in aanmerking komt voor een ouderdomspensioen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Tussen partijen is in hoger beroep in geschil of de rechtbank terecht het standpunt van de Svb heeft onderschreven dat appellante ten tijde van het bestreden besluit nog geen aanspraak had op een ouderdomspensioen ingevolge de AOW, omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet had bereikt. Daarbij spitst het geschil zich toe op de vraag of de Svb terecht is uitgegaan van 1955 als het geboortejaar van appellante.
4.2.
Ingevolge vaste rechtspraak van de Raad (zie onder meer de uitspraak van 5 september 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3008) worden bij de beoordeling van de juistheid van een opgegeven geboortejaar de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- uitgegaan wordt van het geboortejaar zoals dat bij de vestiging in Nederland is opgegeven;
- wanneer uit authentieke stukken die tot stand zijn gekomen voor de datum van vestiging een andere datum blijkt, kan deze datum aangehouden worden, nadat deze stukken op hun echtheid zijn getoetst;
- een medisch-deskundig oordeel over het juiste geboortejaar wordt niet als genoegzaam bewijs aanvaard, gelet op het negatieve oordeel van deskundigen op dit terrein over de waarde van een dergelijke leeftijdsvaststelling bij volwassenen;
- met een vonnis van een buitenlandse rechter wordt slechts dan rekening gehouden wanneer dat vonnis is gebaseerd op controleerbare gegevens die voor de Raad als van doorslaggevende betekenis zouden kunnen worden geoordeeld.
4.3.
Voorop dient te worden gesteld dat appellante nooit in Nederland heeft gewoond. De Svb heeft zich daarom terecht gebaseerd op de gegevens van de echtgenoot van appellante. Uit de authentieke huwelijksakte van 14 september 1973 blijkt dat appellante is geboren in 1955. Datzelfde geboortejaar staat vermeld in het familie-boekje van de echtgenoot van 5 september 1974.
4.4.
De rechtbank heeft met juistheid vastgesteld dat appellante geen authentieke stukken heeft ingebracht die tot stand zijn gekomen voor de datum van de huwelijksakte van 1973 waaruit een ander geboortejaar blijkt. De wel door appellante overgelegde stukken dateren van na 2003 en kunnen niet leiden tot het oordeel dat van een ander geboortejaar dan 1955 dient te worden uitgegaan.
4.5.
Aan de aanvulling op de huwelijksakte van 11 mei 2015 door de rechtbank van Nador wordt geen doorslaggevende betekenis toegekend, nu daarin de wijziging van geboortedatum op verzoek van appellante is vastgelegd. Het vonnis is niet gebaseerd op controleerbare gegevens die van doorslaggevende betekenis kunnen worden geacht.
4.6.
Uit 4.1 tot en met 4.5 vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2018.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) R.L. Rijnen

NW