ECLI:NL:CRVB:2018:1864

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 juni 2018
Publicatiedatum
26 juni 2018
Zaaknummer
17/7427 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep door bestuursorgaan en proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak

Op 26 juni 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/7427 AOW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2017. De Svb heeft op 30 maart 2018 het hoger beroep ingetrokken. Betrokkene, die in Servië woont, heeft via zijn advocaat, mr. E.W.J.M. Janssens, verzocht om een proceskostenvergoeding. De Raad heeft in zijn overwegingen artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geraadpleegd, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten.

De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank al eerder een veroordeling in de kosten had uitgesproken in de bezwaar- en eerste aanlegfase. De Raad heeft vervolgens de kosten die betrokkene in verband met het hoger beroep heeft gemaakt beoordeeld. De kosten zijn begroot op € 501,- voor verleende rechtsbijstand. Echter, de Svb heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat de vertaalkosten die door betrokkene zijn opgevoerd niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat deze kosten niet zijn vermeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Raad heeft de uitspraak van 13 mei 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:1743) als referentie gebruikt om deze beslissing te onderbouwen.

De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk besloten om de Svb te veroordelen in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 501,-. Deze uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van griffier L.R. Carlier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 26 juni 2018
17/7427 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2017,
17/695 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats], Servië (betrokkene)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft mr. E.W.J.M. Janssens, advocaat, een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 30 maart 2018 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken.
Namens betrokkene heeft mr. Janssens verzocht appellant te veroordelen in de proceskosten.
Appellant heeft een verweerschrift ingediend.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Aangezien de rechtbank al een veroordeling in de kosten in bezwaar en in eerste aanleg heeft uitgesproken, staan voor de Raad nog slechts ter beoordeling de in hoger beroep gemaakte kosten.
De Raad ziet aanleiding appellant te veroordelen in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 501,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
De Svb heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat de door betrokkene als vertaalkosten opgevoerde proceskosten niet voor vergoeding in aanmerking inkomen. Ingevolge artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb uitsluitend betrekking hebben op de in die bepaling vermelde kostenposten. Vertaalkosten zijn daarin niet vermeld. Reeds hierom kunnen de door betrokkene gestelde kosten voor het vertalen van de overgelegde Servische stukken niet voor vergoeding in aanmerking komen. Vergelijk de uitspraak van 13 mei 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1743.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 501,-.
Deze uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van L.R. Carlier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2018.
(getekend) W.F. Claessens
(getekend) L.R. Carlier

KS