Uitspraak
17.8111 AW
mr. R.M. Arts en mr. N.J. Mathura.
OVERWEGINGEN
- Een medewerker met een LFNP-functie, waarvan de functie niet terugkeert in de formatie voor het team in de nieuwe formatie waarin het taakgebied/werkveld terugkeert;
- (…)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, een ambtenaar bij de politie, was aangewezen als herplaatsingskandidaat door de korpschef. De appellant betwistte deze aanwijzing en stelde dat hij ten onrechte niet was geplaatst in de functie van [functie 3]. De korpschef had zich op het standpunt gesteld dat de functie van de appellant, [functie 1], niet vergelijkbaar of uitwisselbaar was met de functie van [functie 3]. De Raad oordeelde dat de korpschef de functievergelijking op juiste wijze had uitgevoerd en dat er geen formatieve ruimte beschikbaar was voor de door appellant gewenste functie op het moment van de nulmeting. Het beroep op de hardheidsclausule werd eveneens verworpen, omdat de korpschef had kunnen concluderen dat de omstandigheden van de appellant geen onbillijkheid van overwegende aard opleverden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.