ECLI:NL:CRVB:2018:1828
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor stookkosten op basis van medisch advies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 2007 bijstand ontvangt, had bijzondere bijstand aangevraagd voor extra stookkosten. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had deze aanvraag afgewezen, onder verwijzing naar een medisch advies van de GGD, waaruit bleek dat er geen medische noodzaak was voor extra verwarming in de slaap- en badkamer. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat ook de kosten voor de slaap- en badkamer als noodzakelijke kosten moesten worden aangemerkt.
De Raad heeft vastgesteld dat het college zich bij de besluitvorming mocht baseren op het advies van de GGD, dat op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen. Het advies was gebaseerd op een medisch onderzoek van appellante, maar de arts had geen aanvullende medische gegevens opgevraagd. De Raad oordeelde dat het college terecht had geconcludeerd dat er geen medische indicatie was voor extra stookkosten, ook niet na een aanvullend advies van een andere arts, die bevestigde dat de klachten van appellante niet medisch objectief waren.
De Raad concludeerde dat appellante met de toekenning van de warmtetoeslag voor de woonkamer niet tekort was gedaan en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.