Uitspraak
16.2260 WIA
mr. C.F.A Cadot, advocaat.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep alsnog ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van een WIA-uitkering. De betrokkene, die sinds 2005 arbeidsongeschikt was, had een WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangen. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had in 2014 vastgesteld dat betrokkene vanaf 4 februari 2015 niet langer recht had op een uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd door de rechtbank vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hadden gehouden met de medische beperkingen van betrokkene.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat betrokkene niet voldeed aan het vereiste opleidingsniveau 2. De Raad benadrukte dat bij de beoordeling van het opleidingsniveau ook werkervaring kan worden meegewogen en dat het niet gaat om een strikte diploma-eis. Betrokkene had werkervaring opgedaan in verschillende functies en had het basisonderwijs afgerond, wat voldoende was om te concluderen dat zij opleidingsniveau 2 bezat.
De Centrale Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit alsnog ongegrond. De Raad concludeerde dat de functies die aan betrokkene waren voorgehouden, passend waren en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.