ECLI:NL:CRVB:2018:1783
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens niet overleggen bankafschriften
In deze zaak heeft appellant, na het beëindigen van zijn onderneming, bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen omdat appellant niet alle benodigde gegevens had overgelegd, waaronder bankafschriften van zijn zakelijke rekening over 2013. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat hij niet in staat was om deze bankafschriften te overleggen, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat het hem feitelijk onmogelijk was om deze documenten te verkrijgen. De Raad benadrukt dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aan te tonen die nopen tot inwilliging van de aanvraag. De Raad bevestigt dat de bankafschriften over 2013 noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag en dat het college terecht heeft gesteld dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld zonder deze informatie. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde, wordt bevestigd.