Uitspraak
17.3725 WW
29 maart 2017, 16/4500 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
23 juli 2013 heeft appellant een aanvraag ingediend voor overname van de betalingsverplichtingen van [BV 1] jegens hem (faillissementsuitkering).
29 augustus 2013 nog werkloos is, binnen één week een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) dient aan te vragen.
26 weken heeft gewerkt. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
23 december 2013 en dat appellant de aanvraag voor een WW‑uitkering niet binnen 26 weken na 23 december 2013, zijnde 23 juni 2014, heeft ingediend. Het geschil tussen partijen betreft uitsluitend de vraag of sprake is van een bijzonder geval.
29 augustus 2013 nog werkloos is, binnen één week een WW‑uitkering dient aan te vragen. Daarbij is ook vermeld dat hiervoor een DigiD‑inlogcode nodig is; indien appellant deze nog niet heeft, kan hij deze aanvragen via digid.nl. Niet duidelijk is (geworden) waarom appellant niet eerder, op het moment dat hij nog een adres had, een DigiD‑inlogcode heeft aangevraagd. Onder de stukken bevinden zich verder de contactgegevens van het Klant Contact Centrum (KCC) van het Uwv met betrekking tot appellant over de periode van 4 september 2013 tot en met 24 mei 2016. Hieruit blijkt dat appellant in de periode na 19 november 2013 vier keer met het Uwv heeft gebeld over het aanvragen van een WW‑uitkering, voor het laatst op 12 mei 2014. Alleen in de notitie van dit laatste gesprek is vermeld dat appellant dakloos is, met daarbij de vraag of het Uwv hem kan helpen. Uit deze notitie blijkt verder dat appellant naar de daklozenopvang is geweest, maar daar niet wil gaan wonen. Het Uwv heeft hem daarop verteld dat er helaas geen andere mogelijkheid is en heeft appellant geadviseerd om met de daklozenopvang te kijken naar een oplossing. Appellant heeft daarna tot 31 juli 2015 geen telefonisch contact meer opgenomen met het Uwv; op 31 juli 2015 heeft appellant gebeld met de vraag of hij met terugwerkende kracht een WW‑uitkering kan aanvragen. De contactgegevens van het KCC van het Uwv bevatten geen aanknopingspunten voor het aannemen van een bijzonder geval. Het enkele feit dat het Uwv appellant tijdens het telefoongesprek op 12 mei 2014 niet heeft verteld dat hij ook zonder DigiD‑inlogcode een aanvraag voor een WW‑uitkering kon indienen, is hiervoor onvoldoende.