ECLI:NL:CRVB:2018:1713
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- R.B.E. van Nimwegen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om bijstandsverlening aan een minderjarig kind en de afwijzing daarvan door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellante, de moeder van het kind, heeft in hoger beroep betoogd dat zij recht heeft op bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder. Het college heeft in een later stadium, na vragen van de Raad, een nieuw besluit genomen waarbij het alsnog bijstand heeft verleend aan appellante. De Raad heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd moet worden, omdat het college met het nieuwe besluit tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellanten. De Raad heeft ook het verzoek van appellanten om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure beoordeeld. De Raad concludeert dat de redelijke termijn is overschreden met twee jaar en vijf maanden, en kent appellante een schadevergoeding toe van € 2.500,-. Daarnaast worden de proceskosten van appellanten vergoed tot een totaalbedrag van € 1.503,-. De uitspraak is gedaan op 8 mei 2018.