ECLI:NL:CRVB:2018:1711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen niet-ontvankelijkheid van betaalspecificatie in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de betaalspecificaties die hem door het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard waren verstrekt. Het college had deze betaalspecificaties niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college een herhaling waren van een eerder besluit van 16 juni 2009, waarbij appellant bijstand was verleend op basis van de Wet werk en bijstand. De Raad heeft vastgesteld dat de betaalspecificaties geen zelfstandig rechtsgevolg hebben en dus niet als besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden aangemerkt. De Raad heeft daarbij verwezen naar vaste rechtspraak, waarin is bepaald dat herhalingen van eerder genomen besluiten niet opnieuw ter beoordeling kunnen worden voorgelegd, tenzij er wijzigingen zijn in de periodieke betalingen.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het college terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk had verklaard, omdat de uitkeringsspecificaties slechts herhalingen waren van het toekenningsbesluit. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan.