ECLI:NL:CRVB:2018:166
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland inzake ambtenarenrechtelijke aanstelling en bestreden besluiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 10 januari 2017 uitspraak deed in een geschil over de ambtenarenrechtelijke aanstelling van appellant bij de Regio Rivierenland. Appellant was met ingang van 1 februari 2014 voor de duur van één jaar aangesteld, maar zijn aanstelling eindigde van rechtswege op 31 januari 2015. Appellant maakte bezwaar tegen verschillende besluiten van het bestuur, waaronder de vrijstelling van werkzaamheden en het niet tijdig nemen van beslissingen op zijn bezwaren. De rechtbank verklaarde de beroepen van appellant tegen de bestreden besluiten niet-ontvankelijk, maar verklaarde het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing gegrond, wat leidde tot een dwangsom voor het bestuur. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant geen procesbelang had bij de beoordeling van de bestreden besluiten, omdat zijn tijdelijke aanstelling inmiddels was geëindigd en hij geen schade had onderbouwd. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat de bestreden besluiten niet als beslissingen op het bezwaar van appellant konden worden aangemerkt, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.