ECLI:NL:CRVB:2018:155
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke aanstelling van een ambtenaar wegens het opnemen van gesprekken zonder toestemming
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de beëindiging van haar tijdelijke aanstelling bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Appellante was aangesteld als leerling in de functie van [naam functie] en had een tijdelijk dienstverband. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt over de rechtmatigheid van het ontslag dat per 1 februari 2017 is verleend. De raad van bestuur van het LUMC heeft het ontslag gerechtvaardigd door te stellen dat appellante zich niet als een goed ambtenaar heeft gedragen. Dit was met name het gevolg van het heimelijk opnemen van gesprekken met leidinggevenden zonder toestemming, wat in strijd is met de ambtelijke verhoudingen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante meerdere keren is gewaarschuwd voor haar defensieve en beschuldigende houding ten opzichte van feedback en dat haar gedrag onveiligheid voor patiënten kan veroorzaken. De Raad concludeert dat er voldoende redenen zijn voor het ontslag en dat de raad van bestuur de bevoegdheid had om appellante te ontslaan. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen en de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter wordt bevestigd.