ECLI:NL:CRVB:2018:1440
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak van ambtenaar tegen korpschef politie
In deze zaak heeft verzoekster, een ambtenaar bij de politie, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de beroepen van verzoekster tegen disciplinaire maatregelen van de korpschef ongegrond werden verklaard. De voorzieningenrechter heeft op 3 mei 2018 geoordeeld dat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij zich in een financiële noodsituatie bevindt die het noodzakelijk maakt om de behandeling van het hoger beroep niet af te wachten. Verzoekster heeft haar financiële situatie toegelicht, maar de voorzieningenrechter concludeert dat haar inkomsten en uitgaven niet wijzen op een acute noodsituatie. Daarnaast is ook niet aangetoond dat haar medische situatie zodanig is dat zij de behandeling van het hoger beroep niet kan afwachten. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat niet is voldaan aan de voorwaarden van onverwijlde spoed zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door H. Lagas, met J. Smolders als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.