ECLI:NL:CRVB:2018:1329
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een ambtenaar na verstoorde arbeidsrelatie en mislukte mediation
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de erven van een ambtenaar die op 25 maart 2016 is overleden. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 26 maart 2013 het beroep tegen het ontslag van de ambtenaar ongegrond verklaarde. De ambtenaar was sinds 1 juli 2007 werkzaam bij de gemeente Den Haag en had een conflict met zijn leidinggevende, dat begon na een onvoldoende beoordeling in januari 2010. Ondanks pogingen tot mediation en herplaatsing, bleef de arbeidsrelatie verstoord. De Raad oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag terecht heeft besloten tot ontslag, omdat de ambtenaar niet meewerkte aan het herstel van vertrouwen en de situatie niet verbeterde. De Raad bevestigt dat het college geen overwegend aandeel heeft gehad in het voortduren van het conflict en dat de getroffen regeling voldoende was. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.