Uitspraak
17.5459 PW, 17/5460 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het college in de kosten van appellante tot een bedrag van € 3.006,-;
- bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellanten tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Delft, die de bijstandsverlening aan appellante had ingetrokken. De zaak betreft de vraag of appellante en appellant een gezamenlijke huishouding voerden, wat gevolgen heeft voor de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Appellante ontving sinds 1 december 2011 bijstand naar de norm voor een alleenstaande, maar na een anonieme melding over haar samenwoning met appellant, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellanten een gezamenlijke huishouding voerden, wat door het college werd gebruikt om de bijstand van appellante in te trekken en terug te vorderen. De rechtbank Den Haag had de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat de rechtbank niet voldoende bewijs had geleverd voor de gezamenlijke huishouding over de periode van 1 januari 2012 tot 6 april 2012. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen over de terugvordering van de bijstandsverlening. De Raad heeft ook de kosten van appellanten vergoed.