Uitspraak
16.5390 PW, 16/5391 PW, 16/5392 PW, 16/5393 PW, 16/5394 PW, 16/6161 PW
OVERWEGINGEN
.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak 1 voor zover aangevochten;
- bevestigt de aangevallen uitspraak 2.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, waarbij de bijstandsverlening aan appellante is ingetrokken en kosten van bijstand zijn teruggevorderd. Appellante ontving sinds 31 mei 2005 bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en heeft samen met haar kinderen op een uitkeringsadres gewoond. Het college heeft na meldingen van mogelijke fraude een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat appellante samenwoonde met appellant, de vader van haar dochter. Het college heeft de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken en ook de kosten van bijstand van appellant teruggevorderd. De rechtbank Gelderland heeft in eerdere uitspraken de besluiten van het college gedeeltelijk vernietigd, maar het college heeft in hoger beroep volhard in zijn standpunt dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende bewijs is voor de gezamenlijke huishouding en dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering terecht zijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en wijst de hoger beroepen van appellanten af.