ECLI:NL:CRVB:2018:1216
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terugkeer in functie bij de Belastingdienst na ontvangst stimuleringspremie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die werkzaam was bij de Belastingdienst, had in 2012 eervol ontslag aangevraagd om een overheidsfunctie op Sint-Maarten te aanvaarden. Bij dit ontslag ontving hij een stimuleringspremie van € 17.000,-. In 2015 verzocht hij om terugkeer in een functie bij de Belastingdienst, beroep doende op de terugkeergarantie zoals vastgelegd in de Personele Uitvoeringsbepalingen Belastingdienst (PUB). De staatssecretaris van Financiën heeft dit verzoek afgewezen, omdat de stimuleringspremie niet kan worden gecombineerd met de terugkeergarantie. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat de appellant geen geslaagd beroep kan doen op de terugkeergarantie, omdat hij bij zijn ontslag een stimuleringspremie heeft ontvangen. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris correct heeft gehandeld volgens de beleidsregels van de PUB. De appellant stelde verder dat de staatssecretaris hem niet had geïnformeerd over de gevolgen van de stimuleringspremie voor de terugkeergarantie, maar de Raad oordeelde dat de appellant zich op de hoogte had moeten stellen van de regels. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.