ECLI:NL:CRVB:2018:1200
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgevolgen van medische adviezen in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een ambtenaar die zich ziek had gemeld en in geschil was over de hoogte van haar bezoldiging tijdens ziekte. De rechtbank had het beroep van de ambtenaar tegen een brief van de commandant van het bureau BMB niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brief niet als een beslissing op bezwaar kon worden aangemerkt. De Centrale Raad heeft het oordeel van de rechtbank bevestigd, maar met verbetering van gronden. De Raad oordeelt dat de brieven van de commandant van het bureau BMB niet op rechtsgevolg zijn gericht en dat de ambtenaar een beslissing op haar bezwaar tegen het besluit van 13 september 2016 moet krijgen. De Raad heeft ook geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte de Minister van Defensie als partij in het geding heeft aangemerkt en dit gebrek heeft hersteld. De Raad heeft de proceskosten van de ambtenaar toegewezen en het griffierecht vastgesteld op € 501,-.