ECLI:NL:CRVB:2018:1169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van toezegging en ontslag van politieambtenaar wegens cocaïnegebruik
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de intrekking van een toezegging aan een politieambtenaar, die gedurende meerdere jaren cocaïne heeft gebruikt en contacten heeft gehad met dealers. De appellant, de korpschef van politie, had de ambtenaar disciplinair ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. De rechtbank had het beroep van de ambtenaar gegrond verklaard, omdat hij erop mocht vertrouwen dat de toezegging om niet ontslagen te worden, gedaan door het bevoegde gezag, geldig was. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de belangen van de appellant zwaarder wogen dan die van de ambtenaar. De Raad benadrukte dat de integriteit van de politieorganisatie van groot belang is en dat het gedrag van de ambtenaar, die cocaïne kocht terwijl hij als politieambtenaar diende op te treden tegen drugsgebruik, niet getolereerd kon worden. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de ambtenaar ongegrond.