ECLI:NL:CRVB:2018:1167

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 april 2018
Publicatiedatum
19 april 2018
Zaaknummer
14/633 WIA-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskosten in WIA-zaak

Op 19 april 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/633 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 17 november 2017. In de eerdere uitspraak was een onjuist bedrag aan te vergoeden proceskosten vermeld. De Raad heeft vastgesteld dat er aanleiding was om het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. De proceskosten zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 2.524,20, bestaande uit vergoedingen voor verleende rechtshulp en reiskosten in zowel beroep als hoger beroep.

De procedure tot rectificatie is gestart na een brief van de gemachtigde van verzoeker, mr. R. Meulenberg-ten Hoor Brans, waarin de onjuistheid werd aangekaart. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Na het indienen van reacties door het Uwv en de gemachtigde van verzoeker, heeft de Raad een gespecificeerde berekening van de proceskosten verstrekt. De gemachtigde van verzoeker heeft zich aangesloten bij de uiteindelijke berekening van de Raad.

In de rectificatie is ook een wijziging doorgevoerd in de naam van het ministerie, waarbij 'Ministerie van Veiligheid en Justitie' is gewijzigd in 'Ministerie van Justitie en Veiligheid'. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en is openbaar uitgesproken op 19 april 2018.

Uitspraak

14/633 WIA-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 17 november 2017, 14/633 WIA
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid)
Datum uitspraak: 19 april 2018
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door de gemachtigde van verzoeker,
mr. R. Meulenberg-ten Hoor Brans, advocaat te Maastricht, op te zijn gewezen, vastgesteld dat in overweging 1.1.4 van de uitspraak en in de beslissing in de uitspraak van 17 november 2017, 14/633 WIA, een onjuist bedrag aan te vergoeden proceskosten staan vermeld.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 19 december 2017 aan partijen meegedeeld.
Het Uwv heeft hierop bij brief van 3 januari 2018 gereageerd en de gemachtigde van verzoeker bij brief van 11 januari 2018.
In antwoord op de door partijen ingediende reacties heeft de Raad aan partijen op 24 januari 2018 een gespecificeerde berekening van de door de Raad vastgestelde proceskosten toegezonden.
Door het Uwv is op 20 februari 2018 gereageerd op de brief van
24 januari 2018. De gemachtigde van verzoeker heeft de Raad bericht zich aan te sluiten bij de berekening die de Raad uiteindelijk hanteert.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 17 november 2017, 14/633 WIA als volgt.
Overweging 1.1.4 dient te luiden:
1.1.4. Gelet op hetgeen is overwogen bij 1.2 bestaat er wel aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. Deze kosten worden begroot op € 990,- (2 punten) voor verleende rechtshulp en € 17,- aan reiskosten in beroep en op € 1485,- (3 punten) en € 32,20 aan reiskosten in hoger beroep.
De eerste bepaling in de beslissing wordt dan:
- Veroordeelt het Uwv in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 2.524,20.
Daarnaast wordt in de uitspraak het Ministerie van Veiligheid en Justitie gewijzigd in Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 17 november 2017 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 april 2018.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) R.L. Rijnen

UM