ECLI:NL:CRVB:2018:1096
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.A. Kooijman
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van een reorganisatiebesluit en de vaststelling van overtolligheid binnen de ambtenarenfunctie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, waarbij appellante, werkzaam in de functie van [functie B], de A-status is toegekend, wat betekent dat zij boventallig is geworden. De zaak betreft een reorganisatie binnen de sector Rijk, waarbij de minister heeft vastgesteld dat er op de peildatum van 11 december 2014 sprake was van overtolligheid binnen de functiegroep van [functie B]. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, stellende dat het reorganisatiebesluit onzorgvuldig tot stand is gekomen en dat de minister onvoldoende heeft onderbouwd dat zij daadwerkelijk overtollig is geworden.
De Raad heeft vastgesteld dat de minister niet voldoende bewijs heeft geleverd dat op de peildatum daadwerkelijk sprake was van 28,57 fte aan ambtenaren in de functie van [functie B]. De Raad heeft ook opgemerkt dat er geen herberekening heeft plaatsgevonden zoals vereist door de beleidsregels. Hierdoor is het bestreden besluit op een ontoereikende grondslag berust. De Raad heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het besluit van 7 juli 2015 vernietigd en het besluit van 12 december 2014 herroepen. De minister moet zich nu nader beraden over de rechtspositie van appellante in het kader van de reorganisatie.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige onderbouwing van reorganisatiebesluiten en de vaststelling van overtolligheid, waarbij de rechten van ambtenaren gewaarborgd moeten blijven. De Raad heeft de minister ook veroordeeld in de kosten van appellante, die zijn begroot op € 3.507,- voor rechtsbijstand.