ECLI:NL:CRVB:2017:907
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. Hillen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand extra kosten bewindvoering en mentorschap
Op 7 maart 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 31 december 2014. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellant, die extra kosten voor bewindvoering en mentorschap wilde vergoed krijgen. De aanvraag was ingediend op 5 december 2013, terwijl de machtiging van de kantonrechter voor de extra kosten pas op 14 november 2013 was verleend. De Centrale Raad oordeelde dat de aanvraag niet tijdig was ingediend, aangezien de kosten waren opgekomen vóór de datum van de aanvraag. De Raad bevestigde dat volgens de Wet werk en bijstand (WWB) geen recht op bijstand bestaat voor kosten die zijn opgekomen vóór de aanvraagdatum, tenzij bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen. Appellant stelde dat hij niet eerder kon aanvragen omdat de machtiging nog niet was verleend, en dat het college in het verleden vergelijkbare aanvragen met terugwerkende kracht had gehonoreerd. De Raad oordeelde echter dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de verlate indiening rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.