ECLI:NL:CRVB:2017:902
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor woonkosten en schulden onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor woonkosten, specifiek voor achterstallige hypotheekrente betalingen. Het college van burgemeester en wethouders van Almere had deze aanvraag afgewezen, met als argument dat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van de PW in de weg staat aan verlening van bijstand voor schulden en dat er geen zeer dringende redenen waren om hiervan af te wijken.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat er wel degelijk sprake is van zeer dringende redenen, omdat de afwijzing van eerdere aanvragen om bijzondere bijstand heeft geleid tot een betalingsachterstand van de hypotheekrente. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening, aangezien hij beschikte over een inkomen boven de voor hem geldende bijstandsnorm en de aangevoerde omstandigheden geen zeer dringende redenen vormden zoals bedoeld in artikel 49, aanhef en onder b, van de PW.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagde en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.