ECLI:NL:CRVB:2017:8

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 januari 2017
Publicatiedatum
4 januari 2017
Zaaknummer
16/4075 PW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

Op 3 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 september 2016, onder zaaknummer 16/4075 PW. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. B.P. Kuhn, heeft opgemerkt dat de eerdere uitspraak een kennelijke fout bevatte in de berekening van de proceskosten. De Raad heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Beide partijen hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

De Raad heeft de eerdere uitspraak aangepast door de berekening van de proceskosten te corrigeren. De nieuwe berekening houdt rekening met de kosten van de meegebrachte deskundige en de reiskosten die verzoekster in hoger beroep heeft gemaakt. De totale vergoeding die verzoekster toekomt, is vastgesteld op € 3.121,20. De beslissing is openbaar uitgesproken en de uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Deze rectificatie is van belang voor de rechtszekerheid en de juiste toepassing van het bestuursrecht, met name in het socialezekerheidsrecht. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige proceskostenberekeningen en de mogelijkheid tot rectificatie bij kennelijke fouten in eerdere uitspraken.

Uitspraak

16/4075 PW-R, 16/4284 PW-VV-R
Datum uitspraak: 3 januari 2017
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 1 september 2016, 16/4075 PW
Partijen:
[verzoekster] te [woonplaats] (verzoekster)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens verzoekster heeft mr. B.P. Kuhn schriftelijk opgemerkt dat de uitspraak van de Raad van 1 september 2016 een kennelijke fout bevat.
Daarbij is verzocht de uitspraak te verbeteren. Het betreft een fout in de berekening van de proceskosten in die zin dat daarin ten onrechte de door verzoekster in hoger beroep gemaakte kosten van de meegebrachte deskundige en reiskosten niet zijn verwerkt.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak.
Beide partijen hebben een reactie gegeven.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 1 september 2016 als volgt.
Pagina 6 overweging 7 wordt:
“Deze kosten worden begroot op […] in hoger beroep en € 15,- aan reiskosten, in totaal
€ 2.991,-. Daarnaast komt een bedrag van € 115,20 en € 15,- aan reiskosten, in totaal € 130,20 voor de bijstand van de deskundige voor vergoeding in aanmerking. In totaal komt verzoekster een vergoeding toe tot een bedrag van € 3.121,20.”
De beslissing wordt op dit punt gewijzigd in:
“- veroordeelt het college in de kosten van verzoekster tot een bedrag van € 3.121,20.”

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak van 1 september 2016, 16/4075 PW, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door F. Hoogendijk, in tegenwoordigheid van L.L. van den IJssel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 januari 2017.
(getekend) F. Hoogendijk
(getekend) L.L. van den IJssel

RH