ECLI:NL:CRVB:2017:695
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.F. Claessens
- A.M. Overbeeke
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering bijstandsuitkering wegens onduidelijke woon- en financiële situatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die op 19 november 2015 een eerdere beslissing had genomen over de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving sinds 13 augustus 2013 bijstand, maar na zijn verhuizing op 15 november 2013 naar een nieuw adres, ontstonden er twijfels over zijn woon- en financiële situatie. De gemeente Hengelo voerde een onderzoek uit, waaruit bleek dat appellant niet op het opgegeven adres woonde en dat er onduidelijkheid bestond over zijn financiële transacties, waaronder overboekingen naar pokeraccounts. Het college van burgemeester en wethouders besloot daarop de bijstand van appellant over een bepaalde periode in te trekken en een boete op te leggen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen de boete gegrond, maar bevestigde de intrekking van de bijstand. Appellant ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de opgelegde boete passend en geboden was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.