ECLI:NL:CRVB:2017:64
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens niet-gemelde ANW-inkomsten en boeteoplegging
Op 10 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante ontving sinds 3 november 2006 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een signaal van de belastingdienst dat appellante een halfwezenuitkering ontving op grond van de Algemene nabestaandewet (ANW), heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de bijstand van appellante per 1 juli 2013 geblokkeerd. Het college stelde vast dat appellante van 1 september 2012 tot en met 30 juni 2013 inkomsten uit de ANW-uitkering had ontvangen die zij niet tijdig had gemeld. Dit leidde tot een herziening van de bijstand en een terugvordering van € 2.701,79.
Het college legde ook een boete op van € 2.710,- wegens schending van de inlichtingenverplichting. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit over de herziening ongegrond, maar het beroep tegen de boete gegrond, waardoor de boete werd verlaagd naar € 900,-. In hoger beroep heeft appellante de uitspraak van de rechtbank bestreden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante de inlichtingenverplichting had geschonden, maar dat de hoogte van de boete niet correct was vastgesteld. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de boete en stelde deze vast op € 490,-. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 990,- en moest het college het griffierecht van € 122,- vergoeden.