ECLI:NL:CRVB:2017:609
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding door de Sociale verzekeringsbank na onjuist uitkeringsbedrag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J.C. Engels, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De appellant had in 2012 een AOW-pensioen en een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) aangevraagd. In het besluit van 4 oktober 2012 werd een onjuist nettobedrag vermeld, wat leidde tot verwarring en financiële problemen voor de appellant. De Svb herstelde deze fout in een later besluit, maar de appellant stelde dat hij schade had geleden door de onjuiste informatie en verzocht om schadevergoeding.
De Raad overwoog dat een bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om gemaakte fouten te herstellen, mits dit niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. De Raad concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de schade die hij had geleden verband hield met het onrechtmatige besluit van de Svb. De Svb had de appellant meerdere keren verzocht om bewijs van de schade, maar deze gegevens waren niet overgelegd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen voldoende bewijs was dat de appellant schade had geleden als gevolg van het besluit van 4 oktober 2012.