ECLI:NL:CRVB:2017:557
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning LFNP-functie aan politieambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar tegen de toekenning van een LFNP-functie door de korpschef. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 februari 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 6 juli 2015. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Scheggetman, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de korpschef om hem de LFNP-functie van Docent A toe te kennen, met als vakgebied Docenten, en heeft betoogd dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied.
De Raad heeft overwogen dat de korpschef op goede gronden de LFNP-functie van Docent B aan appellant heeft toegekend, waarbij de kern van de functie bestaat uit kennisoverdracht en het bijbrengen van vaardigheden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de matching tot een onhoudbaar resultaat heeft geleid. De argumenten van appellant dat de keuze voor het domein Ondersteuning onjuist was, zijn door de Raad verworpen, waarbij hij heeft verwezen naar eerdere uitspraken die de geldigheid van de Regeling bevestigen.
De Raad concludeert dat de korpschef zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de omstandigheden van appellant niet leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.