ECLI:NL:CRVB:2016:3173
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functieonderhoud en matching binnen het Landelijk Functiegebouw Nationale Politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar tegen de beslissing van de korpschef over zijn functieonderhoud en de matching naar een LFNP-functie. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 9 december 2015. De appellant, werkzaam als [functie A], heeft hoger beroep ingesteld nadat zijn bezwaar tegen de toekenning van de LFNP-functie [functie B] ongegrond was verklaard. De Raad oordeelt dat de korpschef bij de matching van de functie een zwaarwegende betekenis moet hechten aan de transponeringstabel, en dat het aan de appellant is om aan te tonen dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied. De Raad concludeert dat het betoog van de appellant niet slaagt, omdat hij niet om functieonderhoud heeft gevraagd en zijn beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel niet kan worden gehonoreerd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de korpschef zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de omstandigheden van de appellant geen onbillijkheid van overwegende aard opleveren. De uitspraak is gedaan op 25 augustus 2016.