ECLI:NL:CRVB:2017:489
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens niet inschrijven voor opleiding met studiefinanciering
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellant, geboren in 1988, die sinds 1 januari 2012 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een traject bij het project Titan heeft een medewerker van Werk en Inkomen op 19 juli 2013 met appellant gesproken over zijn re-integratie. Hierbij werd de mogelijkheid van een beroepsopleidende leerweg (BOL) besproken, waarvoor aanspraak op studiefinanciering bestaat. Appellant gaf echter de voorkeur aan een beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarvoor geen studiefinanciering beschikbaar is. Hij kreeg de tijd om een leerwerkplek te vinden, maar heeft hier niet op gereageerd.
Op 18 februari 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de bijstand van appellant ingetrokken, omdat hij niet was ingeschreven voor een opleiding met studiefinanciering. De rechtbank Midden-Nederland verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond. In hoger beroep voerde appellant aan dat het college onvoldoende onderzoek had gedaan naar zijn geschiktheid voor een opleiding met studiefinanciering en verzocht om schadevergoeding.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college de geschiktheid van appellant wel degelijk had onderzocht en dat appellant op 1 februari 2014 had kunnen starten met een BOL-opleiding. Aangezien appellant geen inschrijving voor een opleiding had gerealiseerd, was het college verplicht de bijstand in te trekken. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en het verzoek om schadevergoeding werd niet gehonoreerd. De uitspraak werd gedaan op 24 januari 2017.