Uitspraak
OVERWEGINGEN
8 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1111, heeft vastgesteld, dient de beoordeling van haar aanspraken daarom plaats te vinden aan de hand van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW).
17 december 2013 geldt op zeventien- en achttienjarige leeftijd. Uit de door appellante overgelegde informatie blijkt niet overtuigend dat bij appellante op zeventien- en achttienjarige leeftijd sprake was van een medische aandoening met verdergaande beperkingen dan in de FML van 17 december 2013 zijn vastgelegd. Appellante heeft ook in hoger beroep geen medische informatie overgelegd waaruit blijkt van medisch geobjectiveerde beperkingen op zeventien- en achttienjarige leeftijd. Uit vaste rechtspraak van de Raad volgt dat de bewijslast bij een laattijdige aanvraag bij de aanvrager ligt, omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen. In dit verband wordt gewezen op de uitspraken van 24 december 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO9240 en 27 mei 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ6477. Omdat er met wat in hoger beroep aan medische gegevens voorligt geen twijfel is ontstaan aan de juistheid van de medische grondslag van het bestreden besluit, is voor een nader onderzoek door een medisch deskundige, zoals door appellante verzocht, geen aanleiding.
zeventien- en achttienjarige leeftijd van appellante voorkwamen op de arbeidsmarkt. Ingestemd wordt met het oordeel van de rechtbank dat er geen grond is om aan te nemen dat de door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geselecteerde functies niet passend zijn. Aannemelijk is dat appellante, met inachtneming van haar in de FML beschreven belastbaarheid op zeventien- en achttienjarige leeftijd de geselecteerde functies kon verrichten. Niet in geschil is dat met deze functies minstens 75% van het wettelijk minimumloon kan worden verdiend.